2025-09-18_150601_RAUM_Feminist-walk_©-Juri-Hiensch_4984
artikel

Een onveilige stad door haar ogen

Wat is er nodig  om onze steden veilig te maken voor vrouwen? De beste manier om die vraag te beantwoorden is om door de ogen van vrouwen naar de stad te kijken, overdag én ‘s nachts. 

Wil je meer lezen over de wandeling met Nourhan Bassam? Een journalist van Stadszaken wandelde mee en schreef er dit verhaal over.

Het klinkt zo logisch, maar door de ogen van vrouwen naar de publieke ruimte kijken gebeurt te weinig. Veel steden worden nog steeds ingericht vanuit een mannelijk perspectief, aldus  dr. Nourhan Bassam. Bassam is feminist urbanist en doet in haar werk onderzoek naar feministische stadsontwikkeling. Ze is CEO en oprichter van The Gendered City en auteur van het net verschenen boek Women after dark: How cities keep failing women after dark.  

Bassam pleit in haar werk voor een vijfde feministische golf: een feministische stedelijke revolutie. ‘In tegenstelling tot de vierde golf, die floreerde dankzij digitaal activisme, online debatten en hashtagcampagnes, is deze golf ruimtelijk en tastbaar. We zijn het zat dat feminisme wordt gereduceerd tot een abstract onderwerp en clicks. We willen dat het aanwezig is op straat, in parken, in het openbaar vervoer en in het stadsontwerp zelf,’ schrijft ze daarover in haar nieuwsbrief op Substack.

Ontwerp en (on)veiligheid

Na verschillende geweldsincidenten tegen vrouwen en de moord op Lisa in Duivendrecht afgelopen jaar, stond veiligheid voor vrouwen in de publieke ruimte ineens weer hoog op de politieke agenda. Ook in Utrecht, waar de VVD in september het college opriep om snel in kaart te brengen welke maatregelen nodig (en mogelijk) zijn op plekken waar vrouwen zich onveilig voelen. Op initiatief van burgemeester Dijksma werd kort daarna ‘schouwen met vrouwen’ geïnitieerd, hierin gaan vrouwen uit verschillende wijken op pad met stedenbouwkundigen om onveilige plekken in hun wijk in kaart te brengen. Op deze plekken kijkt het college naar maatregelen zoals betere verlichting, cameratoezicht en onderhoud van groen en voorzieningen. 

Een grotere aanwezigheid van politie zorgt overigens niet automatisch voor meer veiligheid, benadrukt Bassam; echte veiligheid ontstaat door natuurlijk toezicht, het ontwerpen van ruimtes zodat mensen elkaar kunnen zien en gezien worden, wat een gevoel van gemeenschapscontrole en aanwezigheid bevordert.

Eind november werd er tijdens een raadsvergadering door meerdere partijen een motie ingediend (naar aanleiding van eerdere vragen aan de raad)  over oplossingen als een meldsysteem en het aanpakken van de 25 meest onveilige routes in de stad.

Geweld tegen vrouwen is een veelkoppig monster, dat realiseren we ons. Een relevante vraag voor RAUM is: 'Hoe kan ontwerp bijdragen aan de veiligheid van vrouwen in de publieke ruimte?’ RAUM nodigde Bassam uit om haar kennis te delen tijdens een wandeling waar we door de ogen van vrouwen naar de stad kijken. De wandeling ontstond in solidariteit met de beweging Wij eisen de nacht op die in meerdere steden opkwam. 

Bassam nam zo’n 15 geïnteresseerden mee van de bibliotheek op de Neude in Utrecht, via de kleine stegen naar de Singel naar het plein onder het bollendak voor het Centraal Station van Utrecht. Wandelen is volgens Bassam de perfecte manier om onveiligheid van het stadsontwerp te ervaren. ‘’Je moet loslaten wat ‘zou moeten werken’ en meer kijken en observeren. Wandel deze route vooral nog een keer in de avond om de plekken ook in het donker te ervaren’’, drukte ze iedereen op het hart. 

Er werd in de wandeling onder andere stilgestaan bij de Van Sijpesteijntunnel waar een kunstwerk probeert te verhullen dat de tunnel ‘s nachts donker en afgelegen is, en treinverkeer eventueel hulpgeroep overstemd. Hier fiets je ‘s nachts als vrouw liever niet alleen doorheen, laat staan wandelen, daar waren alle deelnemende vrouwen het over eens. Ze gaf als mogelijke ontwerp-oplossing een paniekknop in de muur waarmee je direct politie kunt alarmeren. 


Nagesprek

Na de wandeling gingen de deelnemers in het Huis van Actief burgerschap met Bassam in gesprek over hun ervaringen en inzichten tijdens de wandeling. Een van die inzichten was het uitsluitingsmechanisme van vrouwen in de publieke ruimte, juist omdat de stad is ingericht vanuit een mannelijke blik. Of zoals een van de deelnemers het verwoordde:  ‘’De publieke ruimte is onderdeel van het patriarchaat".

Ruimtes als sportveldjes of pleintjes zorgen ervoor dat meisjes en vrouwen worden onderworpen aan ‘spatial restrictions'.  Een deelnemer zei het treffend: ,,Als ik op een pleintje alleen maar jongens zie basketballen, ga ik daar als vrouw niet tussen staan.’’ In onze steden is er weinig ruimte voor meisjes en jonge vrouwen om buiten, in de publieke ruimte hun vrije tijd door te brengen en dat leidt volgens Bassam tot het niet toe-eigenen van die publieke ruimte. Terwijl we juist bij meisjes het gevoel van vrijheid en veiligheid al  op jonge leeftijd kunnen vergroten door ze eigen publieke ruimte te geven. Daardoor krijgen ze een meer en sterke zeggenschap over de straat en voelen zij meer eigenaarschap. En dat draagt weer bij aan een gevoel van vertrouwdheid en daarmee veiligheid. 

Wat zijn oplossingen om ruimte te claimen als vrouwen, hoe kun je dat in ontwerp vangen? Bassam: ‘’We zijn geobsedeerd door data. Data is gender georiënteerd en laat goed zien welke plekken niet gebruikt worden door vrouwen. En als vrouwen wegblijven van plekken, worden ze ook onveiliger. Data is daarom het bewijs dat de manier waarop we steden bouwen niet goed is.’’ 

Toch moeten we technologie en technologische innovatie blijven bevragen, stelt een van de deelnemers. Tijdens het gesprek was er veel aandacht voor offline oplossingen. Zoals een van de deelnemers het verwoordt: ‘’We moeten de interactie van social media terugbrengen in het echte leven, samen zijn, een occupy public space-beweging creëren en de publieke ruimte samen ‘bewonen’. Dat is ook innovatie: terug naar menselijk contact.’’

De basis voor het probleem van geweld tegen vrouwen is volgens veel deelnemers het ontbreken van solidariteit in onze samenleving. Solidariteit is per slot van rekening, zo zegt iemand tijdens het gesprek, jezelf in een oncomfortabele positie plaatsen voor de leefbaarheid van anderen. Als er iets gebeurt in de (semi) publieke ruimte  spreken mensen elkaar nu onvoldoende aan, ze corrigeren elkaar niet. Bassam is het hiermee eens. ‘’Als er geen repercussie is op gedrag, gaat het mis’’.  De vraag is dus of je plekken kunt ontwerpen waar solidariteit een plek krijgt? Bassam: ‘’Je moet bouwen aan gemeenschappen en hoe je dat doet verschilt per plek. En kijken en ervaren wat een ruimte of wijk nodig heeft. Er is geen one size fits all oplossing.’’ 

De vraag is nu of we de komende jaren ook echt meer vrouwvriendelijk ontwerp in de publieke ruimte gaan zien. En daar hebben niet alleen vrouwen profijt van. Bassam:  ‘’Wanneer je voor vrouwen ontwerpt, ontwerp je in feite voor iedereen: gezinnen, kinderen, ouderen en andere gemarginaliseerde groepen.’’’  Ontwerpen aan een vrouwvriendelijke stad betekent dus ook ontwerpen aan een stad die meer welkom voelt voor iedereen. 

Wil je graag door andere ogen naar de stad kijken? Kom dan op 26 maart 2026 naar de wandelconferentie van RAUM Onze stad, ons canvas. We bekijken de stad dan door de ogen van jonge queers, oost Aziatische stadsbewoners, stadsmuzikanten, honden en hondeneigenaren en stadsnatuur. 

Gepubliceerd op: 12/12/2025

Geschreven door: Nynke van Spiegel